Theo Kley

Op zaterdag 15 oktober overleed onze geliefde vriend, dorpsgenoot, mede kunstenaar en bovenal levenskunstenaar Theo Kley. Met zijn overlijden is een levende legende heengegaan. Het voert te ver om op details in te gaan.

Over Theo is een heel boekwerk samen te stellen. Op maandag 24 oktober is het mogelijk afscheid van hem te nemen in de kerk van Ruigoord. Daarna zal hij in de nieuwe Luchtbus van het Amsterdams Ballon Gezelschap naar zijn laatste rustplaats worden overgebracht.

In de jaren 1960 en 1970 was Theo super actief en o.a. oprichter van het Eksoties Kietsj Konservaatoriejum en een der oprichters van het Deskundologisch Laboratorium, de Insekten Sekte en het Amsterdams Ballongezelschap, dat uiteindelijk in Ruigoord neerstreek. Aldaar richtte hij, een vijftiental jaren geleden de V.V.V.V. op, ofwel de Vereniging Voor Voorouder Verering. Hij is nu zelf voorouder geworden.

Vanwege Theo’s achtergrond als Deskundoloog werd er in 2014 een ‘Patafysicatentoonstelling in de Oude Schuur georganiseerd. Deskundologie betrof voor hem “alles wat je met de klompen aanvoelt en je niet boven de pet gaat” Zo werd o.a. het Immuunblauw geïntroduceerd.

Begin jaren 1970 liep hij dagelijks met twee emmertjes aarde naar het platte dak op zijn woning op de Oude Zijds Achterburgwal. Dit deed hij jarenlang en uiteindelijk ontstond er een daktuin met een aan een kant open blokhut en daarbinnen een vuurplaats met uitkijk op bomen en struiken en een grasmat waarop je eveneens kon zitten. Tijdens de Nieuwmarkt-rellen in 1976 liet hij er een ballon op met een enorm vraagteken eronder, zichtbaar voor de halve stad. Hij liet er ook geregeld dia’s zien van grotschilderingen in India.

Met Theo kon je lachen. Hij vulde eens een vuilniszak met helium en zette die op straat tussen zwaardere zakken. Toen de mannen van stadsreiniging deze weghaalden, steeg die van Theo op. Ze keken het met open monden na. En hij schilderde eens op een nacht een enorme vlinder op de deur van het paleis op de Dam.

In de jaren 1980 bouwde hij in Ruigoord een sprookje op, een soort hut met daarnaast een waterput zonder water. En hij bouwde door. In zijn latere tuin ontstond een zandstrand bij de vijver en hij knoopte wilgen in allerlei vormen. “De wilg is gewillig”, zong hij dan met zijn typische pretoogjes.

Theo was in eerste instantie beeldend kunstenaar. Zijn met koffie en shilajit geschilderde tekeningen ademen een gemaakte oude tijd, alsof ze honderden jaren oud waren, maar ook weer niet.. En hij maakte schilderingen van mensen voorzien van stippen en in tribale kleuren en slangachtige danshoudingen en schilderijen en …

Hij vond het leuk zichzelf af en toe van een hanenkam of bizar kapsel te voorzien. Zijn groene snor van de laatste decennia zal iedereen bijblijven. Zoals gezegd, over Theo valt nog veel te zeggen. Hij heeft vele deuren voor ons geopend.

Heel spijtig dat deze reus is heengegaan. ?